Enten, ook wel bekend als vaccineren, is een medische procedure waarbij een kat wordt blootgesteld aan een verzwakte of inactieve vorm van een ziekteverwekker, meestal via een injectie, om het immuunsysteem van de kat te stimuleren om beschermende antilichamen te produceren. Deze antilichamen helpen de kat te beschermen tegen de ziekte, zonder dat de kat daadwerkelijk ziek wordt. In feite bootst enten het natuurlijke proces van immunisatie na dat optreedt nadat een kat een ziekte heeft doorgemaakt en daarvan hersteld is. Laten we eens dieper ingaan op hoe dit werkt.
Immuniteit na enting versus ziekte
Wanneer een kat een ziekte doormaakt en herstelt, bouwt deze gedurende een bepaalde periode immuniteit op tegen die specifieke ziekte. Dit betekent dat de kat, als hij later opnieuw wordt blootgesteld aan dezelfde ziekteverwekker, al beschermende antilichamen heeft en niet ziek wordt. Dit is natuurlijke immuniteit, maar het gaat vaak gepaard met ziekteverschijnselen.
Wanneer een kat echter wordt geënt met een vaccin, reageert het immuunsysteem van de kat door specifieke antilichamen aan te maken tegen de ziekte waartegen is ingeënt. Hierdoor wordt de kat beschermd tegen de ziekte, afhankelijk van het type vaccin en de ziekte zelf. Belangrijk om op te merken is dat vaccins meestal verzwakte of inactieve ziekteverwekkers bevatten, wat betekent dat de kat geen ziekte ontwikkelt als gevolg van de vaccinatie.
Wanneer moet de eerste enting plaatsvinden en wanneer moet je herhalen?

Het juiste moment voor de eerste enting van een kat kan variëren afhankelijk van verschillende factoren:
1. Leeftijd van de kat:
- Sommige ziekten komen vooral voor bij jonge katten, terwijl andere op elke leeftijd kunnen voorkomen.
2. Omgevingsfactoren:
- In situaties zoals catteries, pensions of tentoonstellingen kan de kans op besmetting groter zijn.
3. Leeftijd van het dier:
- Jonge dieren reageren anders op entingen dan oudere dieren. Over het algemeen biedt een enting op jonge leeftijd kortere bescherming dan op oudere leeftijd.
4. Verschillen tussen ziekten en vaccins:
- De duur en kwaliteit van de bescherming variëren afhankelijk van de ziekte en het type vaccin.
Om deze redenen is er geen universeel entadvies. Uw dierenarts kent de specifieke behoeften van uw kat en de eigenschappen van beschikbare vaccins. Daarom is het essentieel om met uw dierenarts te overleggen over welke vaccinaties belangrijk zijn voor uw kat en op welke momenten deze het best kunnen worden toegediend.
Combinatievaccins voor meer bescherming
Het goede nieuws is dat veel vaccins tegen verschillende ziekteverwekkers vaak kunnen worden gecombineerd. Hierdoor kunt u uw kat met één enkele injectie tegen meerdere ziekten beschermen.
Wat betekent dit voor uw kat?
Kittens:
- De meeste kittens worden voor het eerst geënt op 9 weken leeftijd en moeten een herhalingsenting krijgen op 12 weken leeftijd.
- In situaties waar de kans op besmetting op jongere leeftijd hoog is, kan het nodig zijn om kittens al op 6 weken leeftijd te enten, vooral in groepshuisvesting of bij frequent contact met andere katten.
Goed advies en zorg:
- De eerste enting biedt ook een kans om met uw dierenarts te praten over andere aspecten van de gezondheid van uw kat, zoals ontworming, vlooienbestrijding, voeding en herhalingsentingen.
- Zorg ervoor dat het entboekje wordt ingevuld bij de eerste enting, omdat u dit bij toekomstige dierenartsbezoeken moet meenemen.
- Bij de aanschaf van een nieuwe kat is het verstandig om te vragen naar het entboekje en informatie over de timing van herhalingsentingen.
Als u het advies van uw dierenarts opvolgt, zal uw kitten op een leeftijd van ongeveer 12 tot 14 weken een sterke immuniteit hebben opgebouwd, waardoor herhalingsentingen pas na enige tijd nodig zijn. Bespreek dit altijd met uw dierenarts.